top of page

De reis van Gilgamesj is een zoektocht naar de verschillende manieren waarop de (westerse) mens zijn gedachten over dood en hiernamaals heeft verbeeld. Uitgangspunt vormt de Sumerisch-Akkadische mythologie en vooral het Gilgamesj-epos, waarin voor het eerst vraagtekens worden gezet bij een beklemmende onderwereld-eschatologie. Dit is de opvatting dat de doden naar een onaantrekkelijk onderaards rijk gaan, waar ze voor eeuwig opgesloten zitten.
Bij de Grieken zijn het vooral de mythologische figuren Dionysus en Orpheus die een bovenwereld-eschatologie voorbereiden. Hier wordt de mens de mogelijkheid geboden na zijn dood de goden te vergezellen in de hemel. Deze revolutionaire verandering blijkt niet alleen nauw verbonden te zijn met een nieuwe visie op de dood, maar ook met de genese van ons zelfbewustzijn, onze seksualiteit en de verhouding der seksen.
In het laatste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de (post)moderne religiositeit, waar de eschatologische verbeelding verschraalt tot de aanvaarding van het niets en de absolute immanentie. Maar er blijkt ook een tendens te bestaan om de tegenstelling tussen iets en niets of transcendentie en immanentie juist te overstijgen. Hier raakt de (post)moderniteit aan (zen-)boeddhistische opvattingen.
De reis van Gilgamesj is naast een historische reconstructie van ideeën over dood, bewustzijn, hiernamaals en seksualiteit, vooral een wijsgerige doordenking ervan. Dit boek is tevens een genealogisch onderzoek naar de wortels van onze antropogenese of menswording.

IMG_20190402_094600261_HDR.jpg

In Bergen en rivieren onderzoekt Giovanni Rizzuto de wijsgerige en spirituele implicaties van de intrigerende koan van een Chinese zenmeester, waarin gesproken wordt over de drie stadia die leiden naar verlichting (satori). De auteur gaat van daaruit op zoek naar de waarheidsaanspraken van mystieke ervaringen, hoe deze kennistheoretisch gerechtvaardigd kunnen worden en om wat voor soort waarheid het gaat; een onderwerp dat in de gangbare literatuur niet of nauwelijks ter sprake komt. Gaandeweg het onderzoek blijkt het samenvallen van immanentie en transcendentie een specifiek kenmerk te zijn van zen.

Een wijsgerige doordenking van deze vorm van spiritualiteit levert volgens Rizzuto een belangrijke bijdrage aan een levensvatbaar alternatief voor het (westerse) nihilisme.

IMG_20190402_094600261_HDR.jpg
Dit boek wil een bijdrage leveren aan een wijsgerige levenskunst. De notie van medium of 'tussen' staat erin centraal als correctief voor een humanistische levenskunst die de nadruk legt op autonomie als zelfbeschikking (liberalisme) of zel epaling. Het medium verwijst naar de open ruimte waaraan werkelijkheidstichtende vocabulaires of taalspelen hun ontstaan en onderlinge verbondenheid te danken hebben. Wat dit betre , is er enige verwantschap met de leegte (sunyata) als onuitsprekelijke bron van zijn en niet-zijn uit het zenboeddhisme. Mediaal denken wordt zo gecombineerd met een radicale semiconstructivistische visie op de verhouding tussen kennis en werkelijkheid. 'Radicaal' omdat de werkelijkheid binnen vocabulaires zowel cultureel als transcultureel bemiddeld is, en 'semi' omdat er een onbemiddelde werkelijkheid tussen de vocabulaires bestaat. Bewustwording van deze onbemiddelde werkelijkheid is van wezenlijk belang voor een laatmoderne levenskunst. Niet in de eerste plaats vanuit theoretische overwegingen, maar vooral als resultaat van een mediale ervaring. Een toekomstige mediafysica zal een dergelijke ervaring als uitgangspunt nemen om de betekenis ervan voor de wijsbegeerte te ontsluiten. In de inleiding wordt daar een voorschot op genomen. De hoofdstukken uit deel II, die op zichzelf staan en ona ankelijk van elkaar gelezen kunnen worden, belichten vanuit intercultureel perspectief tien thema's die niet mogen ontbreken bij een wijsgerige bezinning op levenskunst.
IMG_20190402_094600261_HDR.jpg
Omstreeks 1643 toonde de Italiaanse natuurkundige Torricelli aan dat er lege ruimte bestond. Het was mogelijk een vacuüm te creëren in een glazen buis.
Maar wat zat er eigenlijk in die lege buis? Het Niets zelf? Het was een beangstigende gedachte. De natuurwetenschap werd geconfronteerd met een onverklaarbare maar bovenal zorgwekkende bevinding die diepe wijsgerige en existentiële wortels bleek te hebben.
Terwijl wetenschappers concludeerden dat het heelal heel veel 'niets' bevat, beschreef Nietzsche dat het bevrijdend is om je te realiseren dat er 'niets is'; geen God, geen vooraf gegeven zin; alleen leegte. Die leegte kan de mens vullen naar eigen inzicht. Dat is de blijde boodschap van het nihilisme, tenminste volgens Nietzsche. Maar helemaal blij werd de moderne mens niet van het overweldigende niets, concludeert Giovanni Rizzuto in dit boek. Is het tijd voor een post-nihilistische filosofie?
cms_visual_1725950.jpg_1641782278000_290x451.jpg

Onze verhouding tot mythen is ambivalent. Wij hebben het levende contact met de mythische wereld weliswaar verloren maar niet onze fascinatie ervoor. Kennelijk voelen we er ons nog altijd mee verwant en verbonden, ook al is de draad dun en breekbaar. Denkers en dichters hebben beweerd dat de mythe nooit is verdwenen maar een ondergronds leven leidt in de literatuur, poëzie en zelfs in de wetenschap.
De rode draad van dit boek is de stelling dat we mythen serieus moeten nemen als religieuze verhalen die getuigenis afleggen van een numineuze ervaring in de gestalte van goden, godinnen en andere machten. Mythen zijn het prisma waarin het oorspronkelijke licht breekt opdat we er niet door verblind worden en eraan ten gronde gaat. Tegelijkertijd laten zij genoeg licht door om de bron aan de vergetelheid te ontrukken.

539x840.jpg

In deze Inleiding tot de filosofie van de mystiek wordt er historisch en systematisch naar mystieke ervaringen gekeken. Het historische deel gaat in op mystiek in westerse en niet-westerse religieuze tradities zoals neoplatonisme, christendom, islam, hindoeïsme, (zen-)boeddhisme en taoïsme. In het systematische deel worden wijsgerige vragen gesteld over de theoretische en ethische claims van mystici zoals: ‘bestaat het object van mystieke ervaringen wel of is het een illusie?’, ‘welke gevolgen heeft mystiek voor ons morele handelen?’, ‘waarin verschilt mystieke kennis van andere soorten kennis?’ Deze vragen zijn voor de wijsbegeerte van eminent belang maar worden zelden gesteld laat staan beantwoord. Dit boek is een bescheiden poging deze leemte op te vullen. 

Voorwoord  De blik op de wereld kan men met een krant verduisteren. Stanislaw Jerzy Lec  Mysterios envueltos is de titel van een kunstwerk dat ik meer dan twintig jaar geleden heb gemaakt. Het bestaat uit vijfendertig kleine objecten in allerlei vormen en kleuren en gewikkeld in garen en draad. Ze suggereren dat er meer is dan wat het oog ziet, de binnenkant van de dingen die zich aan onze waarneming onttrekt. Maar de verhulling is schijn want deze objecten bevatten niets. Het zijn geen cadeaus die tijdens driekoningen worden uitgedeeld en nieuwsgierig uitpakt. Toch is er wel degelijk een binnenkant ook al bevat die niets. Deze binnenkant wordt onttrokken aan het zicht omdat ze zich verschuilt achter de buitenkant. Binnen- en buitenkant zijn twee zijden van dezelfde medaille. Elke onthulling heeft een dubbel karakter omdat zij onthult én verhult. Volgens Heidegger is dit hét kenmerk van de waarheid. Waarheid is a-letheia of in zijn jargon desocultamiento (Unverborgenheit). Zij ‘ontberg

                                                   Voorwoord

 

De blik op de wereld kan men met een krant verduisteren.

​

Stanislaw Jerzy Lec

 

Misterios envueltos is de titel van een kunstwerk dat ik meer dan twintig jaar geleden heb gemaakt. Het bestaat uit vijfendertig kleine objecten in allerlei vormen en kleuren en gewikkeld in garen en draad. Ze suggereren dat er meer is dan wat het oog ziet, de binnenkant van de dingen die zich aan onze waarneming onttrekt. Maar de verhulling is schijn want deze objecten bevatten niets. Het zijn geen cadeaus die tijdens driekoningen worden uitgedeeld en nieuwsgierig uitpakt. Toch is er wel degelijk een binnenkant ook al bevat die niets. Deze binnenkant wordt onttrokken aan het zicht omdat ze zich verschuilt achter de buitenkant. Binnen- en buitenkant zijn twee zijden van dezelfde medaille. Elke onthulling heeft een dubbel karakter omdat zij onthult én verhult. Volgens Heidegger is dit hét kenmerk van de waarheid. Waarheid is a-letheia of in zijn jargon Unverborgenheit. Zij ‘ontbergt’ dat wil zeggen openbaart en verbergt zich in dezelfde act. Dit kenmerkt eveneens de teksten in dit boek die ergens tussen aforisme en poëtische inval staan. Aforismen zijn in meerdere opzichten dubbelzinnig zowel inhoudelijk als stilistisch. Zo kan het de puntige samenvatting zijn van doorwrochte gedachten of de voorlopige formulering van overwegingen die nog genuanceerd en uitgewerkt moeten worden. Maar zoals Hermann Bahr heeft gezegd is menig aforisme helaas vaker de grafsteen van een voortijdig gestorven grootse gedachte. Van dit voorlopige karakter legt het vraagteken getuigenis af. Het is een ongedwongen manier om de lezer uit te nodigen een gedachtenspoor mee te voltrekken of te ontkrachten. Een uitnodiging ook aan de auteur zelf. Want soms kan hij iets op het spoor zijn dat een kiem van wijsheid bevat, maar waarvan hij niet weet wat eruit zal ontspruiten en of de kiem überhaupt levensvatbaar is. Naast de (retorische) vraag maakt het aforisme gebruik van stijlfiguren zoals de paradox en antithese om een boodschap kracht bij te zetten, zoals in Niets ontwaakt gemakkelijker dan sluimerende liefde (Seneca) of Iemands werkelijke leven is vaak het leven dat hij niet leidt (Wilde).                 

​

​

slow down.jpg

We leven in een tijd van hyperkinetiek, snelle verplaatsing, flitskapitaal, directe maakbaarheid en hyperlink-denken. Snelheid geeft een kick, maar maakt ons ook ziek. We proberen tijdelijk aan de snelheid te ontsnappen via fysieke en digitale, individuele en collectieve capsules die ons beschermen tegen te veel prikkels. Om echter blijvend aan systeemsnelheid te ontkomen is er diepzinniger tegenspel nodig dat traagheid en ritmes wil denken als indirect verzet, vaste rituelen koestert, uitnodigt tot beschouwelijkheid en niet meewaait met emoties die zich aandienen maar zich stevig positioneert in het eigen lichaam met zijn affectiviteit en ons opnieuw wil verbinden met de aarde. Maar hoe pakken we dit aan?

Koptekst mm1nm

KoOnze verhouding tot mythen is ambivalent. Wij hebben het levende contact met de mythische wereld weliswaar verloren maar niet onze fascinatie ervoor. Kennelijk voelen we er ons nog altijd mee verwant en verbonden, ook al is de draad dun en breekbaar. Denkers en dichters hebben beweerd dat de mythe nooit is verdwenen maar een ondergronds leven leidt in de literatuur, poëzie en zelfs in de wetenschap. De rode draad van dit boek is de stelling dat we mythen serieus moeten nemen als religieuze verhalen die getuigenis afleggen van een numineuze ervaring in de gestalte van goden, godinnen en andere machten. Mythen zijn het prisma waarin het oorspronkelijke licht breekt opdat we er niet door verblind worden en eraan ten gronde gaat. Tegelijkertijd laten zij genoeg licht door om de bron aan de vergetelheid te ontrukken.ptekst 1

bottom of page